Briefkaart, verzonden Tsumeb 14 AUG 1942, naar Swakopmund, aankomst 17 AUG 1942.
Tsumeb is een stad in het noorden van
Namibië, gelegen op 1310 meter boven zeeniveau. De mijnstad, was tot 2008 de
hoofdstad van de regio Oshikoto en ligt ongeveer 400 kilometer ten noorden van
de Namibische hoofdstad Windhoek, in de zogenaamde "Maisdriehoek",
een voor Namibische begrippen bijzonder vruchtbaar gebied waar jaarlijks 550
millimeter regen valt. Tsumeb (uitspraak: "soemep") betekent
"Mosplaats", of in het Afrikaans Plek van Padda-Sluik. Deze naam werd
mogelijk gegeven door de vele groengeoxideerde koperertsen die in de buurt van
Tsumeb te vinden zijn. Ook ligt de plaats vlak bij het Nationaal park Etosha.
Het
gebied waar Tsumeb zich bevindt werd oorspronkelijk bevolkt door de San of
Bosjesmannen. Zij waren ook degenen die rond Tsumeb de koper-ertsvoorkomens
ontdekten. Deze ertsen smolten ze in "termietenovens", oude
termietennesten die gebruikt werden als ovens om koper te winnen. Vanaf dat
moment begonnen de Bosjesmannen te handelen met de Ovambo, die het koper
gebruikten om ringen en halskettingen van te maken.
De
kopervoorraden hadden ook de aandacht van Westerlingen getrokken en in het
begin van de 19e eeuw vonden er enkele expedities naar het Otavi bergland
plaats, om de ertsvoorkomens en de mogelijke economische waarde ervan te
onderzoeken. In 1905 werd de stad Tsumeb officieel gesticht als onderdeel van
de Duitse koloniale macht in Afrika en in het jaar daarop werd een spoorlijn
aangelegd om de mijnbouw te faciliteren. In het begin van de mijnbouw had
Tsumeb de reputatie van een wildwest stadje. In de jaren zeventig kwam Tsumeb
even in het nieuws toen een mijnbouwer zijn vrouw in de lokale kroeg had
verkocht aan de hoogste bieder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten